In mijn jaren als onderwijsassistent (daar ben ik in de basis voor opgeleid) en pedagogisch medewerker, heb ik al heel wat kinderen mogen begeleiden, verzorgen en meemaken. Voordat je dan moeder wordt, denk je echt alles wel zo’n beetje gezien te hebben en weet je zelf echt genoeg om te zorgen dat je eigen kindjes engeltjes zullen worden. Niets was minder waar 😉 en daar kwam ik al gauw genoeg achter.
Deze blog is dus ook zeker niet bedoelt om te doen alsof mijn kinderen nooit driftbuien hebben (zojuist nog bijna) of altijd doen wat ik van ze vraag…. Maar de pit van mijn eigen kinderen zorgde ervoor dat ik me meer ging verdiepen in basisbehoeften van kinderen. En daarmee heb ik ook een hoop tips opgedaan waardoor driftbuien zeker zullen afnemen of makkelijker om te buigen zijn. Om jullie tig boeken en tijdschriften te besparen, heb ik het opgesomd.

  • Wees voorspelbaar; zeg wat je doet en doe wat je zegt.
  • Rust; een kind heeft rustmomenten nodig om prikkels te verwerken en nieuwe energie op te doen. Jonge kinderen slapen en oudere kinderen, vanaf ongeveer 3,5 jaar (dit verschilt overigens erg per kind) kunnen met een boekje op de bank hun momentje pakken. Schermtijd = geen rusttijd 😉
  • Regelmaat: gewoontes, rituelen, dagritmes…Een kind doet het daar heel goed op. Natuurlijk hoef je niet elke dag om 10.00 uur boodschappen te doen en om klokslag 17.00 uur aan het avondeten te zitten. Maar een beetje structuur in de dag is echt heerlijk (ook voor jezelf)
  • Rolverdeling; deze vond en vind ik zelf nog het meest lastige.. Ik ben namelijk echt voor de democratische opvoeding waarin kinderen mee mogen denken, inspraak hebben en we samen tot oplossingen komen. Echter ben ik wel van mening dat een duidelijke rolverdeling heel fijn is voor een kind. Iemand die de leiding neemt en zorgt voor liefdevolle begrenzing.
  • Duidelijke regels, afspraken en grenzen; hierdoor weet een kind waar het toe is en kan daar geen onduidelijkheid meer liggen. Die onduidelijkheid, of beter gezegd open grenzen, geven (vooral jonge kinderen) een onveilig gevoel. Ik vergelijk het met een baby die het zo fijn vindt om gedragen te worden of ingebakerd. Dat verandert niet tot zeker een jaar of 7, maar dan geven we die geborgenheid middels grenzen. Bekijk wel altijd of je grenzen/afspraken/regels haalbaar zijn voor een kind. Een uur stil zitten in een restaurant als je 3 jaar bent, is niet haalbaar voor de meeste kinderen. Door ze dit soort dingen op te leggen, ontstaat er frustratie bij je kind omdat hij het gewoonweg niet waar kan maken wat jij van hem verwacht. Bekijk wat bij jullie gezin past, zodat er een eigen cultuur kan ontstaan.
  • Prikkels; die zorgen ervoor dat het hoofd en hart van je kind propvol zitten en er geen ruimte meer is voor redelijkheid. Overmatige blootstelling aan prikkels is een hele grote trigger als het gaat om driftbuien. Wat voor het ene kind veel prikkels zijn, kan voor een ander kind weinig voorstellen maar over het algemeen is het raadzaam om te letten op de omgeving. Is deze energiegevend voor een kind? Of gaat er veel energie verloren aan het verwerken van prikkels? Denk hierbij aan de vergelijking van een drukke winkel en een boswandeling. Beide zijn vermoeiend en het kind heeft na beide activiteiten rust nodig. Echter is het bos veel minder negatief prikkelend en zal het ook positieve energie geven waar je kind weer op kan teren.
  • Voeding; honger is ook echt een mega trigger. Jonge kinderen kunnen zich vaak nog niet letterlijk uitdrukken in wat ze nodig hebben. Dus “ik heb honger” komt er vaak iets anders uit 😉 Zorg dat er met regelmaat (is tie weer) een gezonde en voedzame maaltijd op tafel staat. Eiwitten, vetten en koolhydraten mogen daarin vertegenwoordigd worden. Eitjes, bananen, avocado’s , allemaal dingetjes die lekker voedzaam zijn en waar je kind lang op kan teren.
  • SUIKER en KLEURSTOFFEN; niet voor niets is deze met hoofdletters geschreven… suiker en kleurstoffen zijn niet goed voor het humeur van je kind. (niet alleen slecht voor het humeur natuurlijk…. Zal hier later nog eens een blogje aan wijden) Eerst zullen ze je kind blij maken (jeeeej snoepjes!) maar dat kan snel veranderen. Soms kan het na een kwartiertje al merkbaar zijn dat je kind teveel suiker of kleurstoffen binnen heeft gekregen. Driftig, druk en drammerig kunnen ze ervan worden.

Mocht dan toch blijken dat een driftbui onvermijdelijk is….

Het feit dat je kind überhaupt een driftbui heeft is eigenlijk ook een goed teken; het voelt zich veilig genoeg bij je om zich volledig te laten gaan!

– Blijf bereikbaar en in dezelfde ruimte. Je kind weet daardoor dat je er voor hem bent, ook al laat je hem bijvoorbeeld even.
РWees begripvol. En erken daarmee het gevoel van je kind. Stel dat je een grens hebt geboden en je kind is het er niet mee eens. Je kunt met een knuffel en woorden laten merken dat je begrip hebt voor zijn of haar gevoel. Daarmee blijf je bij je grens (dat is wel belangrijk) maar je kind voelt zich gehoord en gezien (h̩̩l belangrijk)
– Maak het samen goed. Na afloop van de driftbui is het heel belangrijk dat er dingen uitgesproken worden en er geen onverwerkte gevoelens blijven hangen.

Hopelijk kunnen jullie iets met mijn tips en raak je geïnspireerd genoeg om eens te kijken hoe dit in jouw gezin gaat! Ik ben benieuwd; heeft jouw kind vaak een driftbui en hoe ga je daarmee om?

Liefs, Patricia